Verplichte inschakeling van het Inland AIS-apparaat

Op de Vlaamse waterwegen moet het Inland AIS-apparaat permanent ingeschakeld zijn, behoudens onderstaande uitzonderingen.

VHF-antennes, waarvan de AIS-antennes deel uitmaken, functioneren uitsluitend goed indien zij verticaal zijn aangebracht. Teneinde bij beperkte doorvaarthoogte onder bruggen door te kunnen varen zijn de antennes soms verstelbaar. Er moet op worden gelet dat dergelijke verstelbare antennes na het passeren van een hinderpaal (bijvoorbeeld een brug) onmiddellijk in de oorspronkelijke positie teruggezet worden. Met een antenne in horizontale positie is VHF-verkeer namelijk niet mogelijk en kunnen door andere schepen uitgezonden AIS-gegevens niet worden ontvangen.

Uitzonderingen

Deze verplichting om het Inland AIS-apparaat permanent ingeschakeld te houden, geldt niet:

  • voor vaartuigen die aan de kade liggen en hun motor hebben stilgelegd;
  • indien de bevoegde autoriteit een uitzondering voor vaarwateren die bouwkundig van de vaargeul zijn gescheiden, heeft toegestaan;
  • voor overheidsvaartuigen die een controleopdracht uitvoeren, in het bijzonder vaartuigen van de politie, indien het verzenden van AIS-gegevens het uitvoeren van politietaken kan beïnvloeden.

Schepen die niet aan de verplichting zijn onderworpen, maar toch zijn uitgerust met een AIS-apparaat, zijn niet verplicht dit permanent ingeschakeld te houden. Daarentegen beveelt de overheid het wel aan, om ook dan het AIS-apparaat tijdens de vaart niet uit te schakelen.

Indien het AIS-apparaat is ingeschakeld, moeten de in het apparaat ingevoerde gegevens bovendien te allen tijde overeenstemmen met de daadwerkelijke gegevens van het schip.

Duwstellen en gekoppelde samenstellen

Het schip dat hoofdzakelijk voor het voortbewegen zorgt, moet zijn Inland AIS-apparaat ingeschakeld hebben en daarin de gegevens van het samenstel correct ingevoerd hebben. Op de andere schepen die tot het samenstel behoren, moet de aanwezige Inland AIS-apparatuur uitgeschakeld zijn, zolang die schepen onderdeel zijn van het samenstel.

Wat moet men doen als het AIS-apparaat defect is ?

Het AIS-apparaat moet in werking én deugdelijk zijn en goed functioneren.

Defecte of niet goed functionerende AIS-apparatuur kan tot misverstanden leiden en daardoor kan de veiligheid op de waterweg in het geding komen.

Daarom moet defecte Inland AIS-apparatuur onmiddellijk worden hersteld of vervangen door apparatuur die naar behoren functioneert. Zonder een goed werkend Inland AIS-apparaat, dat bovendien ingeschakeld moet zijn, mag niet met de reis worden begonnen.

Wanneer het Inland AIS-apparaat van een schip, dat niet onder de verplichting valt, defect is, dan wordt aanbevolen het apparaat uit te schakelen en zo snel mogelijk te laten repareren.

 

 

Read more...